Jeroen Komen (50) hoeft niet meer te werken voor zijn geld, AD

11 juli 2018, AD, door Babette Rijkhoff

Jeroen Komen (50) hoeft niet meer te werken voor zijn geld

VROEGPENSIOENEr wordt volop gediscussieerd over het moment dat mensen kunnen stoppen met werken. Het laatste nieuws is dat werknemers geboren na 1954 met 67 jaar en drie maanden met pensioen mogen. Jeroen Komen (50) trekt zich daar niets van aan. Hij nam acht jaar geleden een sabbatical en is daar – bewust – in blijven hangen. Hij kocht een vliegtuigje en vloog kriskras door heel Europa. ,,Toen was ik mister piloot in plaats van mister ‘Knoworries’, de naam van m’n bedrijf.”

Komen hoeft niet meer te werken voor zijn geld. Vanaf het moment dat hij met zijn ICT-bedrijf bijna dertig man in dienst had, voelde hij dat de tijd was gekomen om te stoppen. ,,Ik was toen net veertig. Vijftien jaar eerder was ik het bedrijf begonnen. Het bedrijf was volwassen geworden. Net als m’n collega’s. In het begin rookten we allemaal en aten we pizza tijdens het overwerken. Nu hadden de meesten kinderen en gingen op tijd naar huis. Het was een ander bedrijf geworden. Mijn werkleven met leaseauto’s en powerpoints stond ook in zo’n schril contrast met het backpackersleven dat ik leidde tijdens mijn vakanties.”

Het was tijd om los te laten, vond hij. ,,Ik had op dat moment ook een heel goede manager. Door hem kon ik zorgeloos reizen en hoefde ik geen puin te ruimen als ik terugkwam. Het was goed zo. Ik wilde ook voorkomen dat ik de nieuwe generatie voor de voeten ging lopen. En daarbij, ik ben een pionier die dingen bouwt. Dus ik wilde een nieuw avontuur. Een nieuwe onderneming.”

Vliegbrevet

Die nieuwe onderneming is er nooit gekomen. Het avontuur wel. ,,Het was 2009 en we stonden aan het begin van de crisis. Ik heb wel gezocht naar een nieuwe onderneming en ben naar verschillende start-up events gegaan, maar ik vond het leuker om startende ondernemers op weg te helpen als mentor en coach. Ik had ondertussen ook mijn vliegbrevet gehaald en ik had een vliegtuigje gekocht waarmee ik heel Europa door zigzagde. Ik genoot van m’n vrijheid.”

Komen had niet gedacht dat hij het financieel zou redden om nooit meer te werken. ,,Ik had wel verwacht dat als ik zuinig aan zou doen, ik tien jaar zou kunnen genieten van m’n vrijheid. Van het geld dat vrijkwam door de verkoop van mijn bedrijf heb ik een aantal tonnen – zeker geen miljoenen – belegd. Ik heb spaarpotjes en een eigen huis. Op die manier zorg ik ervoor dat mijn vermogen blijft groeien.”

Verder geeft hij lezingen over zijn vliegavonturen en heeft hij inkomsten van zijn boek Ik kan vliegen, een paar duizend euro op jaarbasis. ,,Ik kan langer met m’n geld doen dan ik had durven dromen. Het leven hoeft namelijk helemaal niet zo duur te zijn. Ik ben een groot voorstander van de circulaire economie. Vroeger had ik er geen tijd voor, maar nu kom ik graag bij kringloopwinkels. Ik bak nu mijn eigen brood. Had ik vroeger ook geen tijd voor. Vroeger ging ik vaker uit eten, dat kost veel meer geld dan zelf koken wat ik nu doe. Vroeger moest ik mijn overhemden naar de stomerij brengen. Die draag ik nu niet meer. Zo heb ik nog wel honderd voorbeelden. Ik ben veel zuiniger geworden. Meer tijd betekent niet direct dat je ook meer geld moet uitgeven.”

Het afscheid van het bedrijf ging trouwens niet van de een op de andere dag. ,,Ik heb er een jaar over gedaan. Je moet leren loslaten en vertrouwen op anderen. Toen ik in 2014 mijn aandelen verkocht, stond daarin een clausule dat ik binnen zes maanden mijn e-mailadres moest inleveren. En dat vond ik eigenlijk het allergekste. Ik wás dat bedrijf. Het was mijn identiteit. Wie was ik nu?”

Hij dichtte dat gat door een vliegtuigje te kopen. ,,Toen was ik mister piloot in plaats van mister ‘Knoworries’, de naam van m’n bedrijf. Ik denk dat die zoektocht naar een invulling altijd blijft. Ik zou iedereen aan willen raden om minder hard te werken. Het slaat nergens op. Sta jezelf toe om een sabbatical te nemen. Veel mensen zijn bang voor een gat in hun pensioen en doen het daarom niet. Zonde. Het calvinistische en harde werken zit er bij ons zo ingebakken. Dat moet je los durven laten.”